Het dekenberaad, de toezichthouder op de advocatuur, steunt de koers van de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), over de toekomstige inrichting van het toezicht op de advocatuur en het klachtrecht.
Op 15 september jl. heeft de algemene raad zijn visie aangeboden aan staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Arno Rutte. Het dekenberaad en de NOvA willen samen gaan bouwen aan de modernisering van het klachtrecht en de oprichting van de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA). Dit willen zij doen in een stelsel dat breed in de maatschappij wordt gedragen, praktisch uitvoerbaar en toekomstbestendig is.
Tweesporenaanpak: versterken én vernieuwen
De gekozen route bestaat uit twee parallelle stappen. Enerzijds wordt de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA) opgericht en ingericht om het uniform en risicogestuurd toezicht wettelijk te verankeren. Anderzijds wordt het klachtrecht gemoderniseerd en gestroomlijnd, zodat klachten sneller en zorgvuldiger op de juiste plek worden behandeld. Na deze moderniseringsslag wordt gekeken in welke mate toezicht en klachtbehandeling binnen één organisatieonderdeel kunnen worden samengebracht. De dekens benadrukken dat de inhoud altijd leidend moet zijn en de keuze voor een definitieve stelselwijziging nog gemaakt zal worden. Tijdens de tussenfase blijven klachtonderzoek en -behandeling bij de dekens, met een duidelijke wettelijke basis voor informatie-uitwisseling met de OTA.
Standpunt dekenberaad
Vanuit hun praktijkervaring leggen de dekens drie voorwaarden op tafel die noodzakelijk zijn voor goed functionerend toezicht.
1. Nabijheid en menselijke maat
Toezicht werkt alleen als het herkenbaar, benaderbaar en deskundig is. De korte afstand tussen toezichthouder, advocaten en rechtzoekenden zorgt ervoor dat signalen worden opgepikt en vertrouwen ontstaat. De OTA dient niet alleen zichtbaar te zijn in regio’s of binnen specialismen maar ook te werken met mensen die de dagelijkse praktijk van de advocatuur kennen. Zo wordt toezicht niet anoniem of technocratisch maar blijft het geworteld in de dagelijkse werkelijkheid van de advocatuur.
2. Modernisering van het klachtrecht
Het huidige klachtrecht is zwaarbelast en kan verbeterd worden door onderscheid aan te brengen tussen wezenlijke klachten enerzijds en geschillen die eenvoudiger op andere wijze op te lossen zijn anderzijds. Triage van klachten is nodig om de effectiviteit te verhogen, doorlooptijden te verkorten en recht te doen aan klagers én advocaten. De dekens pleiten voor een gezamenlijke werkgroep die concrete wetswijzigingen en uitvoeringsregels voorbereidt. De informatieve waarde van klachten blijft daarbij integraal onderdeel van het toezicht.
3. Behoud van kennis en mensen
Toezicht en klachtbehandeling zijn mensenwerk. Op de ordebureaus in alle elf arrondissementen is in de afgelopen jaren veel expertise opgebouwd over tuchtrecht, signalen en klachtenprocedures. Bij de inrichting van de OTA moet worden voorkomen dat deze kennis verloren gaat. Voor de samenleving, rechtzoekenden en advocaten is continuïteit van groot belang zodat men erop kan vertrouwen dat klachten en signalen ook tijdens de overgansperiode zorgvuldig en deskundig worden behandeld. De dekens benadrukken het belang dat medewerkers actief worden betrokken en dat hun expertise wordt behouden, zowel voor de moderniseringsopgave als voor de overgangsperiode.
Onafhankelijk, professioneel en uitvoerbaar
De opbouw van de OTA vraagt om heldere borging van de onafhankelijkheid, goede gegevensuitwisseling en duidelijke verantwoordelijkheden. Deze waarborgen worden – waar nodig – in wet- en regelgeving verankerd. Zo ontstaat ruimte voor professioneel, centraal en uniform toezicht, terwijl de legitimiteit en effectiviteit in de praktijk behouden blijven.
Samen doen wat werkt
Het dekenberaad kiest nadrukkelijk voor samenwerking. De drie genoemde punten zijn geen bezwaren, maar voorwaarden die cruciaal zijn voor goed toezicht om de hervorming daadwerkelijk te laten slagen. Door deze voorwaarden te borgen, ontstaat een stelsel dat niet alleen voldoet aan maatschappelijke verwachtingen nu en in de toekomst, maar ook aansluit bij de werkelijkheid van de rechtspraktijk.
De komende periode werken de algemene raad en het dekenberaad verder uit hoe de OTA en het vernieuwde klachtrecht vorm krijgen. Daarbij staat voorop dat toezicht dichtbij en menselijk blijft, dat het klachtrecht daadwerkelijk verbetert, en dat expertise behouden blijft. Alleen langs die weg ontstaat een houdbaar stelsel dat het vertrouwen van rechtzoekenden én advocaten verdient.
Zie het volledige bericht hier: Samen werken aan toekomstbestendig toezicht en modernisering van het klachtrecht